Sinds 2017 bedraagt de standaardbijtelling voor de auto van de zaak 22%. Dat geldt echter niet voor auto’s die voor 2017 voor het eerst op naam zijn gezet. Is dat niet oneerlijk? Over die vraag volgt nu een proefproces.
Hoe zat het ook alweer?
Het bijtellingspercentage is jaren afhankelijk geweest van de uitstoot aan CO2. Maar sinds 2017 geldt voor alle auto’s een bijtelling van 22%. Alleen voor volledig elektrische auto’s geldt er een bijtelling van 4%.
Niet voor uw bestaande wagenpark
Deze nieuwe regeling geldt niet voor auto’s die al voor 2017 voor het eerst op naam zijn gezet. Die houden in beginsel het percentage dat gold op het moment dat de auto voor het eerst op naam werd gezet, waarbij dit percentage iedere vijf jaar wordt aangepast aan de dan geldende wetgeving.
Voor auto’s met een bijtelling lager dan 25% is dit gunstig. Maar heeft u in de periode 2012 t/m 2016 een auto gekocht die destijds een bijtellingspercentage had van 25%, dan heeft u tot vijf jaar na de aankoopdatum nog steeds met 25% bijtelling te maken. Oftewel: per jaar 3% meer dan dezelfde auto nu. Is dat wel redelijk?
Proefproces
Om dit te checken is de Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) samen met AMD automotive fiscalisten BV een proefproces begonnen. Een aantal leden van de VZR met een bijtelling van 25%, vecht deze aan via de rechter. Daarbij wordt gesteld dat de regeling discriminatoir is, omdat gelijke gevallen ongelijk worden behandeld.
De vraag is of de regeling daadwerkelijk discrimineert. De wetgever heeft ervoor gezorgd dat bij de aanschaf van een auto met lage uitstoot ten minste vijf jaar een lage bijtelling geldt. Bij een latere aanpassing van de wet door aanscherping van de uitstootnormen, blijft het verlaagde percentage gelden. Logisch, anders zou u achteraf, dus na aankoop van uw auto, alsnog gestraft worden, terwijl u aan de situatie niets meer kunt veranderen. Dat gebeurt nu echter wel, voor zover het auto’s betreft met de hoge bijtelling van 25%. Zeker als het auto’s betreft die zijn aangeschaft voordat bekend werd dat de wet zou worden aangepast, voelt men zich achteraf bestraft.
Belang?
In het ongunstigste geval betaalt de werknemer of ondernemer met een auto van de zaak vijf jaar lang 3% te veel aan bijtelling. Bij een auto van € 40.000,- en een belastingtarief van 40,8% (schijf 2 en 3) gaat het dan om € 2.448,- aan extra te betalen belasting. Toch de moeite waard!
Rechten veiligstellen?
Gaat u voor ‘niet geschoten is altijd mis’, dan kunt u zich er uiteraard bij aansluiten.
Werknemers kunnen in bezwaar tegen de te hoge bijtelling, door in bezwaar te gaan tegen de inhouding op het loon. Door nu al in bezwaar te gaan, stellen zij hun rechten veilig.
Werkgevers kunnen nu al in bezwaar tegen de te hoge premieafdracht die met het hoge bijtellingspercentage samenhangt. Werkgevers betalen immers premies werknemersverzekering over de bijtelling. Het premiepercentage is afhankelijk van uw bedrijfstak.
Ondernemers doen dat pas in 2018 bij hun IB-aangifte 2017. Dan geven zij een bijtelling van 25% aan en gaan daarna in bezwaar en stellen dat het 22% moet zijn.
Wilt u meer weten? Neem dan eens contact op met Administratiekantoor Sokolowksi & Klaassens.
Vorige berichten lezen? Ga naar deze pagina
Administratiekantoor Sokolowski & Klaassens
Kloosterlaan 5
9675 JL Winschoten (zie routekaart)
Tel. 0597-531697
E-mail: info@sokolowski-klaassens.nl